Nazorg jongen vanaf geboorte tot een leeftijd van 1 jaar

Veulens worden meestal met hulp geboren. Vaak gaat het vlies niet los en moet je helpen. Wanneer het vlies niet kapot gaat tijdens de geboorte, moet je de neus en mond vrij maken zodat het veulen kan ademen. Soms is het ook nodig om de navelstreng te knippen. Nadat je dat doet, moet er jodium op worden gebracht. Wanneer er geen ademhaling is, moet hij opgang worden gebracht. Dat doe je door het slijmvrij te maken met een schone doek of slijmzuigertje. Kop ondersteboven houden en schudden is ook een hulpmiddel. Ook kan een plens koud water over het hoofd soms helpen. Wrijf het jong droog met stro of een handdoek. Dit stimuleert de bloeddruk.

 

De dierenarts moet altijd komen. Dat heeft te maken met de veulenspuit. De veulenspuit moeten alle veulens krijgen wanneer ze uit het vlies zijn. Met de spuit krijgen ze antistoffen binnen en vitaminen waardoor ze sterker ter been staan. De spuit moet binnen 24 uur worden aangebracht.

 

Wanneer veulens na 2 dagen nog suf zijn, moet je de dierenarts bellen. De dierenarts geeft een spuit waar multivitaminen in zit voor een sterke boost. Wanneer de ezelin overleden is, moet het veulen gespeend worden. De merrieveulens zijn over het algemeen zwakker dan de hengstenveulens.

 

Om ziektes te voorkomen moeten ze geënt worden. Het veulen word na 6 maanden geënt en ontwormt voor de eerste keer na ongeveer 6 weken. De vaccinaties die het veulen na 6 maanden krijgt zijn: Tetanus, griep en Influenza.

Andere vaccinaties die toegediend kunnen worden zijn: Afrikaanse paardenpest, Equine infectieuze anemie (EIA) of moeraskoorts bij paarden, West Nijl en White muscle disease of steatitis. 

 

Een veulen wat langer bij de moeder is, krijgt een beter gedrag. Dat heeft te maken met natuurlijk gedrag wat de moeder geeft aan het veulen. Het is belangrijk dat je het veulen afspeent. Dat betekent het los maken van de moeder. Het afspenen mag na ongeveer 5 maanden. Dat moet langzaam gebeuren omdat het anders het gedrag kan verstoren van het veulen als zowel de moeder. Een andere reden hiervan is dat bij de 6 maanden de veulens de moeder kunnen dekken.

 

Om bedacht te zijn op ziektes die veelvoorkomend zijn bij veulens, moet je zorgen dat de gezondheid goed blijft. Een veulen moet dezelfde gezondheid hebben als het moeder dier, de ezelin.

 

Het is belangrijk om de ezel het eerste jaar buiten de hengst te houden. Dat heeft te maken met de geslacht fase. Wanneer veulens meteen gedekt worden, gaat hun bouw achteruit. De eerste 2 jaar ontwikkelt het dier zich. Dit kan ziektes opleveren of gedragsproblemen in de groep.

 

Schrijfster: Veerle Denteneer