Aan de huisvesting van een ezel hoeft niet heel veel te veranderen als het dier net drachtig is. Wel verandert het als het dier verder komt in de draagperiode. Dan is het belangrijk dat het dier een goede warme schuilplaats heeft en dat het dier zacht kan liggen. Ook moet je er dan op voorbereid zijn als het dier gaat bevallen. Daarom is het belangrijk om het dier al voor de bevalling te laten wennen aan de omgeving van waar ze gaat bevallen. Zo kun je zorgen dat het stressniveau tijdens de bevalling zo laag mogelijk blijft.

Door het dier te veel bloot te stellen aan stress tijdens de bevalling kunnen er voor complicaties komen. Dit geld ook voor aan het einde van de dracht. Als het dier te veel stress krijgt kan het jong verworpen worden. Daar is ook een onderzoek naar gedaan. In het onderzoek hebben ze twee groepen gemaakt met ezels. De ene groep ezels werd veel blootgesteld aan stress (stress groep). De andere groep stond op de wei en had bijna geen stress voor en tijdens de dracht (relax groep). Uiteindelijk bleken in de "relax groep" meer ezelinnen drachtig te zijn dan in de "stress groep". Ook tijdens de dracht waren er minder problemen en werden er minder jongen verworpen. De onderzoekers vertellen dat stress een bepaalt stofje aanmaakt dat cortisol heet, dit heeft een slechte invloed op de hormonen, ovulatie en dracht.

Schrijfster: Hanke van Vuren